Hoe werkt een lijf
Heel lang geleden leefde een mens gewoon als een dier. Er moest gegeten worden, gespeeld en voortgeplant. Meer deden we niet. Wat we een beetje verleerd hebben, dat noemde ik al eerder, is dat we eten als we honger hebben. We eten voordat we honger hebben. Dat is nergens voor nodig, en het smaakt dan ook nog eens minder.
Stel je voor: het is ’s ochtends 25 graden en er wordt voorspeld dat het ’s middags 10 graden zal worden. Dan doe je toch ’s ochtends je jas niet aan? Je neemt hem wel mee. Doe dat met eten ook: pas als je honger hebt. En ja, meenemen kan ook.
In de natuur
Een egel is bijvoorbeeld een van de dieren die een winterslaap houdt. Hij zorgt dan voor een flinke vetlaag, zodat hij de winter door kan komen. De egel heeft dat nodig om in leven te blijven. Mensen, maar ook dieren in gevangenschap zoals een hond, hebben de neiging om meer te eten dan ze verbranden door beweging. Misschien wel omdat ons lichaam wat wil bewaren voor slechte tijden. Of omdat we niet meer hoeven te zoeken naar eten of jagen ervoor. Maar voor ons, zonder winterslaap, is een paar kilo extra genoeg.
De verleiding
Het is niet zo makkelijk; we hebben allerlei voorraadkasten, een koelkast, een vriezer… iedereen heeft wel een mini-supermarkt thuis waar alles binnen handbereik ligt. En we pakken al snel iets als het lekker is. Er zullen niet veel mensen zijn die ’s avonds aan de broccoli knabbelen, het zal eerder iets van chips zijn.
Het is belangrijk dat je, zeker in het begin van je dieet, zo weinig mogelijk snacks en snoep in huis haalt. Als je toch iets kleins wilt, wat meestal in een grote zak zit, zet dat dan buiten je bereik. Dus niet in het kastje naast je tv of de koelkast, maar boven in een logeerkamer, op zolder of waar dan ook. En koop alles in zo klein mogelijke hoeveelheden. Koop ook steeds maar 1x iets lekkers. Dus een klein rolletje drop, of zo’n heel klein zakje chips. Als het op is, heb je niets meer.
Steeds als je trek in snoep of iets hartigs hebt, neem dan iets gezonds erbij. Dus 1 dropje en een mandarijntje bijvoorbeeld. Of 1 blokje kaas met een kiwi. Dan heb je in ieder geval iets waar je heel veel trek in hebt, de rest vult even. Dan ben je niet zo snel geneigd om een zak drop leeg te eten.