Ik lees vaak op het internet dat mensen vroeger veel slanker waren omdat ze veel meer bewogen. Ik kan je vertellen dat het niet waar is. Ik kwam vroeger wel eens bij stokoude mensen, en die bewogen amper. En mensen die het huis schoonmaakten -vroeger bijna alleen vrouwen- waren wel langer bezig dan wij nu, maar niet zo overdreven. Er was vroeger ook gewoon veel minder schoon te maken, er stonden vaak veel minder meubelen of woonaccessoires in huis. Veel arme mensen hadden net genoeg meubels, en rijkere mensen hadden werksters. Dus die bewogen ook nauwelijks.
Hoe kwamen de mensen dan zo slank? Omdat ze heel karig aten. Iedereen had een oorlog inclusief hongerwinter overleefd. Na de oorlog kwam het geld ook nog niet in bakken binnen. Mensen aten ’s ochtends wat brood, en om 10 of 11 uur was het koffietijd. ’s Middags werd wat brood gegeten. Om een uur of drie was het theetijd, met een biscuitje of een klein blokje chocolade. ’s Avonds volgde de Hollandse pot. Dus hutspot met een klein stukje vlees, of spruitjes met aardappels en een stukje vlees. Als toetje was er soms wat vla of yoghurt. En dat was ook echt het enige wat men at. Limonade kregen kinderen niet, hooguit ranja -vruchtensiroop-. Snoep was er hooguit op een verjaardag. Gebak kwam op tafel bij speciale gelegenheden als een bruiloft.
Jaren later werd het wel anders. Mensen aten koekjes in plaats van biscuitjes. Later werden de koekjes gevulde koeken, repen chocolade of gebakjes. Er werd soep vooraf gegeten en luxe toetjes na het eten. Er werd wel veel meer gelopen. Mensen gingen de deur weer uit, winkelen, wandelen of een dagje uit. Vroeger was het heel druk in het centrum van een stad(je): iedereen maakte wel een ommetje. Mensen fietsten heel veel.
Toen kwam de tijd dat iedereen een auto kreeg, vaak wel drie of vier per gezin. Er werd lacherig gedaan over het halen van een pakje sigaretten met de auto; maar ondertussen werd dat wel gedaan. Toen begonnen we dus uit te dijen, zeker omdat er geld genoeg was om naar een snackbar, Chinees of pizzeria te gaan. Er werd wat afgesnoept. Alles kwam in de winkel in pakjes of potjes. Allerlei sauzen en groenten en… Mensen stonden dus ook steeds minder in de keuken. Zo werd er steeds minder gelet op eten, en dus op het gewicht.